Wat is de toetsinhoud van de Centrale Eindtoets?
De Centrale Eindtoets (Cito-toets) kent in de basis drie vakken, waarvan rekenen en taal verplicht zijn. Wereldoriëntatie wordt aangeboden, maar is niet verplicht.
Onder taal vallen de vakken begrijpend lezen, woordenschat, schrijven (stellen), spelling en grammatica.
In de loop der jaren zijn er enkele aanpassingen geweest aan de toetsinhoud. Hieronder zetten we de recentste wijzigingen op een rijtje.
Papier en digitaal
Sinds enkele jaren kan de Cito-toets zowel op papier als digitaal worden afgenomen. Digitaal is de toets adaptief. Dat betekent dat ze zich aanpast aan het niveau van kinderen.
Scholen mogen beslissen of ze iedereen de toets digitaal af laten nemen of op papier, maar er kan ook onderscheid in worden gemaakt. Zo kan de helft van de klas de digitale toets afnemen, terwijl de andere helt die nog op papier maakt.
De onderdelen en het aantal opgaven zijn op papier en digitaal hetzelfde, maar de opgaven zelf zijn wel anders.
200 opgaven
Voorheen bedroeg de Cito-toets 220 opgaven. Sinds 2018 zijn dat er nog maar 200.
Woordenschat
Voorheen werd het vak “woordenschat” aangeboden als los vak. Sinds 2018 valt woordenschat onder het vak “begrijpend lezen”. Het is dus nog wel aanwezig, maar neemt een andere plaats in. De woordenschat van leerlingen wordt nu in een context getoetst in plaats van kaal.