Wie moeten de Cito-toets maken?
In principe is het voor alle leerlingen van groep 8 in Nederland verplicht om een eindtoets te maken. De Centrale Eindtoets (Cito-toets) is daar één voorbeeld van. Leerlingen die speciale onderwijs- of ondersteuningsbehoeften hebben, kunnen een aangepaste versie van de Centrale Eindtoets maken.
De digitale adaptieve Cito-toets biedt standaard enkele van deze voorzieningen, zoals een loep om te vergroten en verklanking om te luisteren.
Wanneer is deelname niet verplicht?
Zoals gezegd is de Cito-toets verplicht, maar er zijn uitzonderingen. Wanneer is het voor leerlingen niet verplicht om deel te nemen aan de Cito Eindtoets?
- Leerlingen die zeer moeilijk lerend (zml) zijn (en hier een verklaring voor hebben);
- Leerlingen die meervoudig gehandicapt zijn en voor wie het zeer moeilijk leren een van de handicaps is;
- Leerlingen die korter dan vijf jaar in Nederland zijn en de Nederlandse taal nog niet optimaal beheersen;
- Leerlingen die om medische redenen verhinderd zijn.
Het is dus niet zo dat leerlingen die als schooladvies praktijkonderwijs kregen, geen Cito-toets hoeven te maken. In principe maken alle leerlingen de toets, dus ook leerlingen die naar het praktijkonderwijs zouden gaan.
Verantwoordelijkheid bij ontheffing
Wanneer er sprake zou zijn van een uitzondering op de regel, ligt de verantwoordelijkheid voor dat besluit bij het bevoegd gezag. De uitzondering moet geregistreerd worden in de administratie van de school. De Schoolinspecteur kan deze gegevens opvragen.
In het schoolsysteem moet dan ook aangegeven worden dat de leerling voor ontheffing in aanmerking komt. Er wordt dan onderscheid gemaakt in drie categorieën:
- Leerlingen die niet deelnemen (volledige ontheffing)
- Leerlingen die wel deelnemen, maar niet in de schoolscore meetellen (ontheffing en score)
- Leerlingen zowel deelnemen als meetellen voor de schoolscore (score en geen ontheffing)
Speciaal (basis)onderwijs
Wanneer leerlingen op het speciaal (basis)onderwijs zitten, is een eindtoets nog niet verplicht (2018). Op termijn kan door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wel anders besloten worden.
Leerlingen uit het sbo mogen echter wel deelnemen aan de Centrale Eindtoets. In veel gevallen is dit wenselijk, om toch het gegeven schooladvies te toetsen.
Specifieke ondersteunings- en onderwijsbehoeften
Wettelijk gezien zijn leerlingen met speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoeften niet uitgezonderd van de Cito-toets en gewoon verplicht om die te maken. De eisen van de Centrale Eindtoets zijn dan ook voor alle kinderen hetzelfde.
De vorm waarin de toets aangeboden wordt aan leerlingen kan wel verschillend zijn. Zo kan met enkele aanpassingen de toets ook voor leerlingen met specifieke behoeften beter te maken zijn. Het is aan de basisschool om in kaart te brengen welke behoeften er zijn en welke aangepaste versie het beste bij dit kind past.
Aangepaste versies van de eindtoets
De standaard Cito Eindtoets wordt aangeboden in kleur, beslaat 1 kolom en heeft lettergrootte 12. Dit is internationaal gezien (en wetenschappelijk onderbouwd) ook het beste lettertype voor mensen met dyslexie.
De Centrale Eindtoets wordt echter ook in andere versies aangeboden, waardoor de toetsinhoud beter passend is bij leerlingen met specifieke onderwijs- en leerbehoeften. Hieronder volgt een overzicht.
- Een braille-versie (voor leerlingen met een visuele beperking);
- Een pdf-versie voor slechtziende leerlingen (binnen deze versie zijn opgaven duidelijker gemarkeerd);
- Een daisy-versie of audioversie (voor slechtziende leerlingen of leerlingen met dyslexie);
- Een spraaksynthese-versie (ook voor leerlingen met dyslexie en een visuele beperking);
- Een zwart-witversie (voor leerlingen die kleurenblind zijn).
Digitaal zijn er ook enkele aanpassingen beschikbaar, namelijk:
- Een loep (om teksten en afbeeldingen te vergroten);
- Auditieve ondersteuning (voor dyslectische kinderen en kinderen met een visuele beperking).
Extra opties
Los van de aangepaste versies zijn er nog extra mogelijkheden om de afname van de Cito Eindtoets af te stemmen op leerlingen met specifieke behoeftes. Zo kan overwogen worden om deze leerlingen meer tijd te geven of hen de toets in een rustige ruimte te laten maken.
De directeur van de school beslist deze extra opties doorgaans met de leerkrachten.